Toetredings- en
lidmaatschaps-
voorwaarden

1.  Algemeen – normen 

Voor het lidmaatschap van de Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBVT) kunnen volgens artikel 5 van de statuten in aanmerking komen: natuurlijke personen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en rechtspersonen die:

  • in Nederland een bedrijf uitoefenen in de houtverwerkende industrie;
  • voldoen aan door de Algemene Ledenvergadering met tweederde meerderheid vast te stellen normen.

Laatstgenoemde normen zijn voor fabrikanten van houten kozijnen, ramen, binnenspouwbladen, trappen, deuren en houtbouwsystemen als volgt vastgesteld:

A. CAO

Het bedrijf van de aanvrager dient de geldende ‘Cao voor de Timmerindustrie’ toe te passen. Indien reeds een andere algemeen verbindend verklaarde cao wordt toegepast, kan – op basis van steekhoudende argumenten – hiervan worden afgeweken, indien het hoofdbestuur hiermee instemt. Deze andere cao mag geen concurrentievoordeel opleveren t.o.v. de cao voor de timmerindustrie.

B. Bedrijfsruimte en inrichting

Het bedrijf van de aanvrager van het lidmaatschap moet beschikken over:

  • een gedegen productieapparaat voor het vervaardigen van houten onderdelen of elementen voor de woning- en/of utiliteitsbouw met de bijbehorende logistieke faciliteiten, die voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.
  • een passend KOMO attest-met-productcertificaat, gebaseerd op de van toepassing zijnde Beoordelingsgrondslag;
  • ten minste één ‘Chain of Custody’-certificaat of STIP-certificaat voor aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout.

C. Vakbekwaamheid en ervaring

De directie c.q. algehele leiding van het bedrijf dient te berusten bij één of meer personen die voldoende ervaring en/of opleiding hebben genoten. Als maatstaf geldt het diploma Management opleiding ‘Industrieel Bouwen met Hout’ (voorheen Vakbekwaamheid Timmerfabrikant) of gelijkwaardig.

2.  Omvang van de activiteiten

A. Bij de onderneming dienen minimaal twee werknemers (exclusief eigenaar of directeur) in loondienst te zijn.

B. Alle onderdelen van een concern waar activiteiten in de houtverwerkende industrie worden uitgeoefend en vallen onder de werkingssfeer van de cao voor de Timmerindustrie moeten lid worden van de NBVT.

C. De gemiddelde omzet over de laatste drie jaren voorafgaand aan het tijdstip van de  aanvraag van het lidmaatschap dient minimaal € 250.000 te bedragen.

3.  Contributie

De leden zijn verplicht tot het betalen van een jaarlijkse contributie, welke door de Algemene Ledenvergadering wordt vastgesteld. De contributie wordt per kwartaal via een automatische incasso geïnd, waarvoor de leden een schriftelijke machtiging afgeven.

4.  Moraliteit

Alle leden van de NBVT dienen de algemeen gerespecteerde normen en waarden in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen. Van de betreffende sectie van de NBVT dient bericht te zijn ontvangen, dat geen bezwaar bestaat tegen de acceptatie van de aanvrager als lid van de NBVT.

Indien een bedrijf is gefailleerd en daarna doorstart op dezelfde productielocatie met in hoofdzaak het oude management, dan kan de nieuwe rechtspersoon zich pas weer aansluiten bij de NBVT, één jaar nadat het nieuwe attest-met-productcertificaat van kracht is geworden. In de procedure is als voorwaarde opgenomen, dat er op dat moment geen onderzoeken meer mogen lopen naar paulianeus handelen in de oude rechtspersoon.

Het hoofdbestuur kan te allen tijde steekproefsgewijs van een willekeurig lidbedrijf verlangen dat de brongegevens voor de contributieberekening worden onderbouwd. Op eerste verzoek van het hoofdbestuur zal het lidbedrijf daartoe binnen vier weken een door een accountant gewaarmerkte opgave verstrekken. In plaats daarvan kan het lidbedrijf er ook voor kiezen om een door de NBVT aan te wijzen persoon of instelling toegang te geven tot de onderliggende gegevens.

5.  Aanvullende voorwaarden voor timmerfabrieken, behorende tot aannemersbedrijven

Aan timmerfabrieken die onderdeel uitmaken van, dan wel nauw gelieerd zijn aan aannemersbedrijven, wordt ten aanzien van de zelfstandigheid de navolgende aanvullende voorwaarde gesteld:

  • De administratie van de fabriek is dusdanig gescheiden van het aannemersbedrijf, dat het bepalen van de omzet en het aantal medewerkers voor het vaststellen van de jaarlijkse contributie niet tot discussie leidt.

6.  Sectie

Het hoofdbestuur deelt het bedrijf in bij een sectie van de NBVT (eindoordeel), al naar gelang de hoofdactiviteit van het bedrijf. Indien het bedrijf meerdere activiteiten ontplooit, kan het ook lid worden van een andere sectie. Dit laatste is onderworpen aan de goedkeuring van deze sectie dan wel dit sectiebestuur.

7.  Ontheffingen

Het hoofdbestuur kan op verzoek van de aanvrager, in overleg met de betreffende sectie van de NBVT, (tijdelijk) ontheffing verlenen van één of meer van bovengenoemde voorwaarden.

8.  Aspirant-lidmaatschap

Nieuwe potentiële lidbedrijven die nog niet (volledig) voldoen aan de normen 1B en/of 1C en artikel 2A en/of 2C worden na goedkeuring door het hoofdbestuur, als ‘aspirant-lid’ ingeschreven. Het potentiële lidbedrijf dient hiervoor reeds opdracht te hebben gegeven aan SKH om te komen tot certificatie conform de betreffende BRL. Binnen deze lidmaatschapsvorm krijgt het aspirant-lid maximaal één jaar de tijd om te voldoen aan deze toelatingscriteria en vervolgens het ‘volwaardig’ lidmaatschap te verkrijgen. Indien een termijn van één jaar niet haalbaar is, kan het ‘aspirant-lid’ een beargumenteerd verzoek indienen bij de NBVT om deze termijn te verlengen, uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van het eerste jaar. Indien na twee jaar wordt vastgesteld dat het bedrijf nog steeds niet voldoet aan de gestelde criteria eindigt het aspirant-lidmaatschap.

Lidmaatschapsformulier